Respect voor de eigenheid van ieder kind
De innerlijke houding waarmee de leidster het kind tegemoet treedt, is belangrijk in Noach. Als daaruit interesse en eerbied spreekt voor het kind als individu in wording, voor zijn eigen ontwikkelingstempo en voor de mogelijkheden die in hem besloten liggen, dan zal zij ook gemakkelijker de innerlijke rust en inspiratie vinden om het liefdevol te verzorgen en te begeleiden. Zij zal dan ook weten wanneer een kind haar aandacht nodig heeft. Het kind goed waarnemen is iets anders dan het aandacht geven. Hoe jonger het kind – en dat geldt het sterkst voor de baby – hoe meer behoefte het heeft aan momenten van ongedeelde, d.w.z. een-op-een, aandacht om zich veilig te voelen.

Goed kijken naar kinderen
In Noach leren de pedagogisch medewerkers om kinderen goed en objectief,  dus zonder (gevoels)oordelen, waar te nemen. Alleen als je dat kunt, kan je de juiste pedagogische benadering voor ieder individueel kind vinden en het precies datgene aanbieden wat het op dat moment voor zijn ontwikkeling nodig heeft.

Rust en ritme
De rustige sfeer die in Noach heerst valt veel ouders op. Die rust ontstaat met name door de aandacht voor een vaste ritmische dagindeling waarbij momenten van spel en rust elkaar afwisselen. Naast het dagritme biedt ook het jaarritme, met zijn wisseling van seizoenen en jaarfeesten, een innerlijk houvast aan de kinderen. Voor het jonge kind is ritme een absolute levensvoorwaarde. Het versterkt zijn basisvertrouwen waarop hij later zijn zelfvertrouwen bouwt.
Een belangrijk facet van ritme is herhaling. Iedere dag kent vele momenten waarop we altijd hetzelfde liedje zingen of dezelfde spreuk zeggen. Herhaling komt ook terug in de ochtendverhalen waarbij telkens twee weken lang iedere ochtend hetzelfde verhaal wordt verteld en uitgebeeld. Hierdoor ontstaat een gevoel van voorspelbaarheid in het dagverloop en dus van veiligheid.

Ontwikkeling van de zintuigen
Na de geboorte zit een baby nog in een soort droomtoestand waaruit hij geleidelijk ontwaakt. In dat ontwaken spelen de zintuigen een grote rol. Ze vormen de poorten waardoor de wereld bij hem binnenkomt. Hij is één en al zintuig en de indrukken die op hem af komen werken diep in hem door. De zorg voor het harmonieus wekken van de zintuigen is een belangrijk aandachtspunt in Noach. Hoe minder ze worden overprikkeld, hoe fijnzinniger organen ze zullen worden. Daarom stellen we hoge eisen aan een gezonde leefomgeving, aan rust in de groepen, aan zorgvuldig stemgebruik, aan vormgeving en kleurgebruik in de speel- en slaapruimten, aan het omhullend karakter van de bedjes en aan de kwaliteit van het speelgoed. Ook de biologische voeding levert een bijdrage aan de kwaliteitservaring.

Aandacht voor aard en aanleg (constitutie)
De eerste drie à vier levensjaren is het kind vooral bezig zich thuis te leren voelen in zijn eigen lichaam. De manier waarop het in de wereld staat, wordt nog sterk beïnvloed door de manier waarop hij in zijn lijfje zit. Bij het waarnemen van het kind zal de leidster ook letten op zijn lichamelijke constitutie. Je kunt bij het kleine kind vier duidelijke constitutiebeelden herkennen. Hoewel de meeste kinderen een combinatie in zich dragen, is toch meestal sprake van één duidelijk op de voorgrond tredende constitutie.
Naast het houvast dat de constitutiebeelden geven voor het waarnemen van de eigenheid van een kind, bieden ze je ook pedagogisch ‘gereedschap’  omdat je bij je benadering van het kind rekening kunt houden met zijn aard en aanleg. Dat verhoogt de effectiviteit van je pedagogisch handelen en het kind voelt zich echt gezien. Zo rond het 6e jaar raken de constitutiebeelden wat op de achtergrond en treden erandere facetten in de ontwikkeling meer naar voren.